Skip to main content

Mijn zorg voor Miriam

Rond 2005 was ik betrokken bij de zorg voor Miriam, een jonge vrouw van 36 jaar. Getrouwd met haar jeugdliefde Henk en al haar halve leven geconfronteerd met de gevolgen van de zenuwaandoening MS.  De zorg vanuit de wijkverpleging werd opgestart voor hulp bij het toedienen van sondevoeding. Ze kon als gevolg van haar ziekte niet meer eten door ernstige slikklachten en was door ernstige spasmen in heel haar lichaam volledig afhankelijk van zorg. Ook het praten ging moeizaam en ze sprak onduidelijk, maar haar ogen spraken boekdelen. Ze had regelmatig een longontsteking, last van aanhoudende slijm in haar luchtwegen en was bang om te stikken. 

Toen bleek dat ondanks de sondevoeding, ook haar kwaliteit van leven niet beter werd, besloot ze om haar wens voor euthanasie werkelijkheid te laten worden. Samen met een verzorgende was ik aanwezig op de dag van de euthanasie. Ook haar moeder en haar nichtje die zwanger was van haar eerste kindje waren erbij. De pastoor kwam langs voor 'het laatste sacrament', meer vanwege het katholieke geloof van haar moeder. Ik zie jou nog onderwijl je nagels bewonderen, die jouw nichtje net gelakt had. Het laatste sigaretje werd gerookt en we legden jou met de tillift op bed. De huisarts kwam en het ondraaglijke afscheid van haar moeder brak aan, die haar enige dochter moest laten gaan. Alleen haar man was bij de euthanasie en wij waren in de woonkamer haar moeder en nichtje tot steun. Na haar overlijden hebben we haar nog verzorgd en samen een broodje gegeten. Ik ging naar kantoor en heb enige tijd gehuild, daarna ben ik naar mijn collega gereden die er ook bij was geweest, om elkaar op te vangen. 

Ik vond laatst in een bijbel een tekst, die ik schreef om deze intense en bijzondere ervaring een plek te geven. Graag wil ik deze met jou delen; 

Lieve Miriam, 

Op een middag toen ik aan jou vroeg; Waar moet je veel aan denken op dit moment? Zei je, 'aan Henk.. hoe het met hem zal gaan, als ik er niet meer ben.'

Weet je nog dat ik tegen je zei; hoe fijn het zou zijn als je erop vertrouwen kon, dat het goed kwam met hem, dat er voor altijd iemand zou zijn die naar hem omkeek? 

Toen je dezelfde dag vroeg aan mij; 'wil je bidden voor ons?' Voelde ik vreugde in mijn hart, voelde ik liefde voor jou. 

Op die avond toen je vroeg, 'Kom je bij mij op bed zitten?' Voelde ik mij geliefd en bracht jij vreugde in mijn hart. 

Verwachtingsvol was jouw blik en ernstig tegelijk, want je hield je bezig met de vraag; Waar ga ik heen als ik dood ben?

Weet je nog dat Henk zei? Er staat iets moois op jou te wachten! Ik geloof dat ze jou met open armen ontvangen. God heeft jouw aardse leven zo niet bedoeld. 

Verwachtingsvol was jouw blik en ernstig tegelijk, want je voelde je gevangen in je eigen lichaam. Je kon niet vertellen wat er in jou omging, maar je blik zei genoeg. 

Liefdevol en vriendelijk keek jij om je heen, dubbel was het gevoel, bewondering en verdriet. Omdat ik jou keuze zo moedig vond, om dat ik weet, afscheid nemen doet zo pijn. 

Dankbaar ben ik omdat ik jou heb gekend. Bevoorrecht voel ik mij, omdat jij mij vertrouwde. Mijn hart is met vreugde gevuld, want jij liet mij zien, Hij is een God van liefde voor eeuwig. 

Liefs Marieke

NB. om privacy te waarborgen,  zijn de namen fictief.